In het verleden kon je de opnames alleen in een specifieke folder opslaan. Tegenwoordig kan dat ook op een externe server. Je kunt ook de opnames locaal opslaan en gelijktijdig een backup naar een externe server maken. Omdat dit via een smb mount loopt, moet die 'externe' server wel binnen je lan staan.
Hierbij een korte instructie hoe je dat met Surveillance Station 8.2 via de Archive Vault kunt instellen.
In de archive vault kun je niet rechtstreeks een externe server kiezen, maar moet je eerst een cifs-mount maken naar je huidige server. Dit kan in de Archive Vault, maar ik begin hier met FileStation, om het wat algemener te houden.
Ga eerst naar de doelserver en maak daar een gedeelde map aan waar de backups later naar toe moeten.
Maak nu op de bronserver in FileStation een folder aan op een share waar je het mount-point wilt maken. Ik heb hier gekozen voor de “TimeMachine” share. Vervolgens ga je naar de knop “Gereedschap” en kiest daar de optie “Externe map koppelen —> cifs gedeelde map”. Je krijgt dan het volgende dialoog:
Map: is het pad naar de share op de doelserver.
Koppelen aan: is de gemaakte folder op je bronserver waarmee je mee koppelt.
Kies “Koppelen” en dan moet de koppeling binnen een paar seconden gebeurd zijn.
NB Dit is een cifs koppeling. Dit protocol in minder geschikt om over het internet te gebruiken.
Ga nu naar Surveillance Station en open de app “Opname”. Onder opslagruimte kies je “Toevoegen —> Externe opslag koppelen”. In het volgende dialoog kies je “Een gekoppelde externe map gebruiken”.
Je krijgt nu een lijstje te zien met gekoppelde mappen, waar de in FileStation gekoppelde map tussen staat.
Bevestig de keuze en je hebt er nu externe opslagruimte bij
Die externe ruimte kun je voor reguliere opnames gebruiken, maar wij gaan het nu voor backup gebruiken. Start daarvoor de app “Archive Vault”. Als je die nog nooit geactiveerd hebt, moet je hem eerst in het “Toepassingscenter” in SS inschakelen.
In de Archive Vault maak je nu een nieuwe taak aan met de knop “Toevoegen”. De wizzard leidt je door een aantal dialogen die grotendeels voor zichzelf spreken.
Bij het kiezen van "Bron" is er de keuze "Localhost" of een "externe server". Als je "Localhost" kiest, loopt het backuppen via het "admin" account, dat dan wel ingeschakeld moet zijn. Bij "externe server" kun je ook het IP van de nas zelf invullen en dan wel met een zelf te kiezen account voor het backuppen.
In één van de volgende dialogen kies je de camera's voor deze taak.
Nu laat ik alles continue opnemen, maar dit hoeft niet alles naar de backup. In een volgend dialoog kun je specificeren welke soort opnames naar de backup moeten.
Je krijgt ook nog een instelling hoeveel ruimte de taak mag gebruiken en hoe lang de backup bewaard moet blijven.
Uiteindelijk ben je klaar.
Via bewerken kun je alle eerdere instellingen nog aanpassen. Via de vault kun je de opnames en de tijdlijn bekijken, zoals je ook met lokale opnames doet. Met de optie “Bandbreedteregeling” kun je via een schema instellen of hij op bepaalde tijden de backupsnelheid maximeert.