Als je bestanden verplaatst binnen dezelfde share (gedeelde map), dan is het vrij rap. Windows wil wel altijd even laten zien hoeveel er verplaatst wordt en hoe lang het duurt, maar dit is nauwelijks zichtbaar zo snel als het gaat. Verplaats je echter naar een andere share, dus is het traag want dan denkt Windows dat het naar een andere locatie moet. Zelfs met File Manager en FTP kost het dan even tijd. Onder Telnet is het echter weer heel snel, want Linux weet dat het op dezelfde drive is.
Als ik veel moet verplaatsen, verwijderen of kopieren, doe ik dit altijd in een Telnet sessie. Ook controlreren (PAR), uitpakken of inpakken (RAR of ZIP) doe ik eigenlijk altijd onder Linux als het om veel bestanden gaat. Gewoon veel sneller, en geen onnodige belasting van je netwerk. Je zit immers op de server te werken en via Windows werk je op een client en haalt Windows iedere keer informatie en data over via het netwerk.
De CIFS prullenbak is gewoon een mapje die aangemaakt wordt in iedere gedeelde map. Als je dus van de gehele map een backup maakt, dan zit de CIFS prullenbak er ook bij.